“Een stem op De Wever is N-VA een carte blanche geven over wie waarnemend burgemeester wordt. De Antwerpenaar hoort te weten wie de stad zal besturen. Blijkbaar verdient de Antwerpenaar dat respect niet.” Antwerps CD&V-lijsttrekker Pieter De Cock komt met de fiets aan op de plaats van afspraak. Over zijn schouder hangen drie kokers met campagnemateriaal. “Dit was misschien niet mijn beste idee”, lacht De Cock.
Met de slogan ‘Who the F*ck is Pieter De Cock?’ speelt u in op uw onbekendheid. Bent u al iets bekender intussen?
De Cock: “Ik merk, en dat kan gewoon in mijn hoofd zitten, dat mensen naar mij kijken met een blik van ‘die ken ik van ergens’. Dat is een nieuwe ervaring voor mij. Ik poog van mijn zwakte een sterkte te maken.”
Is het doel van uw campagne dan vooral om uzelf bekend te maken?
“Het hoort er bij, maar we werken ook de inhoud en onze visie op de stad. Je moet die twee aan elkaar koppelen. Het gaat niet alleen over het kopje, ook over wat het kopje zegt.”
Beschouwt u de verkiezingen als een strijd om leven en dood van de christendemocratie in Antwerpen?
“Dat weet ik niet. De slinger slaat van de ene kant door naar de andere kant, maar passeert altijd wel over het centrum. Er zal altijd ruimte zijn voor een centrumverhaal in een stad als Antwerpen. Ik put hoop uit het verhaal van Les Engagés in Wallonië. Het oude CdH stond in een verloren positie, maar vond zichzelf heruit en gaf er een lap op. Die partij deed dit zonder de waarden van een christendemocratische centrumpartij los te laten. Dat deden we de afgelopen maanden ook, samen met geëngageerde mensen uit het verenigingsleven.”
CD&V is een bestuurspartij, dus als de kiezer het toelaat, stapt u in een coalitie.
“Als wij stand houden, en het is mathematisch mogelijk, dan ga ik daar wel vanuit. Ik wil niet aan de zijlijn staan roepen. Ik ben iemand die altijd de handen uit de mouwen steekt om problemen aan te pakken. Dat is de aard van het beestje. Maar het mag geen fetisj zijn. Besturen om te besturen is niet de doelstelling. Maar laat eerst de kiezer spreken.”
Welke voorwaarden moeten worden vervuld om in een coalitie te stappen?
“Er zijn er een heleboel. Neem de wandel- en fietsbrug over de Schelde. Waar zijn we mee bezig? Niemand zit daar op te wachten. We smijten keiveel geld in de Schelde terwijl we daar zoveel andere dingen mee zouden kunnen doen. Ik ga niet mee in besparingen op de kap van de verenigingen. De districten moeten meer bestuursruimte krijgen om de problemen van de burgers aan te pakken. Maar in de onderhandelingen gaat het over het geheel van het project. Waar zitten de minnetjes en de plusjes voor ons? Een bestuursakkoord is een compromis. Maar polariseren en besparen op de kap van de burger, dat zal ik niet doen. Dan ga ik liever naar de oppositie.”
Wie wilt u als burgemeester: Bart De Wever, Koen Kennis of Els van Doesburg?
“Ik zou al blij zijn als N-VA daar eens duidelijkheid over zou scheppen. De Wever zegt dat zijn hart klopt in Antwerpen, maar zijn hoofd in Brussel zit. Hij zal, ik hoop het toch, premier worden. Nu hult De Wever de burgemeestersvraag in mist. Dat is niet correct. Een stem op De Wever is N-VA een carte blanche geven over wie waarnemend burgemeester wordt. De Antwerpenaar hoort te weten wie de stad zal besturen. Blijkbaar verdient de Antwerpenaar dat respect niet.”
En burgemeester Jos D’Haese (PVDA)?
“Dan zal het voor ons de oppositie zijn, en met plezier. Een havenstad bestuurt door communisten? Ik ben heel benieuwd wat er over zes jaar dan nog van over blijft.”
Waarom moeten mensen op CD&V stemmen?
“Wij geloven niet in een verdeelde stad tussen extremen, tussen links en rechts en in polarisatie. Ik geloof niet in dat hokjesdenken. Wij staan voor het centrum waar ideeën elkaar ontmoeten. Dat vind je bij de CD&V. Wij staan voor een project dat mensen verbindt.”
En wat hoopt u over zes jaar te kunnen realiseren?
“Toegankelijkheid. Dat betekent een openbaar vervoer dat werkt.”
Dat is wel Vlaamse bevoegdheid.
“Dat is te gemakkelijk. Antwerps schepen van Mobiliteit Koen Kennis (N-VA) zegt dat ook steeds, maar hij zit met zijn partij wel aan alle knoppen in het mobiliteitsdebat. Als het goed is, gaat hij met de pluimen lopen. Als het slecht is, schuift hij de schuld op een ander. Je moet wel weten wat je wilt. Als Kennis zijn visie er niet door krijgt, dan moet hij vragen durven stellen bij zijn visie. Hij doet dat niet omdat het iets te confronterend is. Ook de stedelijke dienstverlening moet toegankelijk zijn. Nu sta je te veel voor een gesloten deur aan de districthuizen. Het districtshuis van Berchem is slechts twee dagen per week open. Daar woont ongeveer 43.000 man. Dat zou een centrumstad zijn als het geen district was. Een Antwerpenaar met een hulpvraag moet ergens terecht kunnen in zijn eigen district.”
CD&V wil af van de lage-emmissiezone (LEZ).
“De LEZ heeft in eerste fase een gunstig effect gehad op de luchtkwaliteit in Antwerpen. Alleen is het vet van de soep. LEZ is sociaal onrechtvaardig. Het is tijd om de LEZ in de huidige vorm af te schaffen.”
Over de plek van de wagen in de stad zijn er twee strekkingen: verleiden van de automobilisten naar andere vervoersmiddelen of automobilisten sturen via circulatieplannen. Waar zit CD&V in dit debat?
“De twee standpunten zijn dogmapolitiek. Het gaat uit van het eigen gelijk en niet van de realiteit. Ik vind dat bewoners in het centrum nog steeds met de wagen mogen rijden. Ik vind niet dat elke toerist die met de wagen naar Antwerpen komt tot op de Groenplaats moet kunnen. Er is een beleid nodig voor bewoners en één voor de toeristen.”
Is CD&V voor circulatieplannen?
“Dat verschilt van wijk tot wijk. Dus ik zou niet durven zeggen dat we over de hele stad circulatieplannen moeten invoeren. De stad is geen eenheidsworst. De districten moeten meer bevoegd zijn voor mobiliteit. Een district moet zelf kunnen beslissen over bijvoorbeeld circulatieplannen of parkeren zonder te worden teruggefloten door het stadhuis.”
© Jeroen Fasseur & Sacha van Wiele