Vandaag legde ik mijn eed af in het bijzonder comité voor de sociale dienst (BCSD) van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn (OCMW) van Antwerpen. Veel woorden en afkortingen, maar vooral een hele eer. Het bijzonder comité is de opvolger van de vroegere OCMW raad. Louis Tobback zei ooit dat je geen goed politicus kan zijn als je nooit een mandaat hebt gehad in de OCMW-raad. Als je niet hebt gezien hoe sommige mensen de eindjes aan elkaar moeten knopen in je eigen omgeving.
Met mijn nieuwe mandaat word ik één van de 12 raadsleden die de individuele dossiers van het OCMW behandelt. Iedereen die maatschappelijke hulpverlening of integratie van het OCMW komt vragen, wordt verder geholpen door de maatschappelijk werkers van het OCMW. Het bijzonder comité beslist over de voorstellen van de maatschappelijk werkers. Over de toekenning, terugvordering, herziening, schorsing, … van leeflonen of andere vormen van maatschappelijke dienstverlening. Dit binnen het kader van de federale wetgeving die het recht op maatschappelijke integratie waarborgt.
In het bijzonder comité wordt het mijn rol om elke week de belangen van de Antwerpenaar te waarborgen, mensen in een precaire situatie te beschermen, en het goede werk van al onze maatschappelijk werkers en OCMW medewerkers te ondersteunen. Voor ons telt elke mens, zal meer dan ooit mijn leidraad worden.